CAT4Yards – Een implementatiemodel voor geautomatiseerd transport

CAT4Yards – Een implementatiemodel voor geautomatiseerd transport

Logistiek Nederland kijkt reikhalzend uit naar de mogelijkheid om Connected Automated Transport (CAT) in te zetten op overslagplaatsen. Maar de introductie ervan kent nogal wat haken en ogen. Op een aantal locaties onderzoekt TNO wat er nodig is om autonoom transport in de praktijk toepasbaar te maken.

De aanleiding voor dit onderzoek is dat – hoewel er wél vraag is – CAT niet goed van de grond komt in de praktijk. Een voordeel van geautomatiseerd vervoer is – naast de efficiëntie – dat er minder chauffeurskilometers voor nodig zijn. Met de huidige tekorten aan arbeidskrachten en de groeiende logistieke vraag, biedt CAT daarmee kansen voor de logistieke sector. Maar er is een mismatch tussen de technologie-aanbieders van autonoom vervoer en de logistieke afnemers. Voor logistieke bedrijven is nog niet duidelijk wat de implementatie van CAT van hen vraagt. Wat zijn de kosten en baten? Bedrijven zijn afwachtend en hopen op snel meer duidelijkheid.

Research 

De onderzoekers stellen zich de vraag: hoe draagt CAT bij aan veilig, efficiënt en duurzaam transport? Daarnaast onderzoekt TNO op een aantal locaties wat er nodig is om autonoom transport in de praktijk toepasbaar te maken. Dat doen ze bij DPD Oirschot, Elopak-Verbrugge in Terneuzen en Terberg container transport.

Met het onderzoek wordt een tool ontwikkeld, die logistieke partijen inzicht geeft in wat het voor hen betekent als ze CAT gaan toepassen in hun operatie. De tool onderscheidt factoren voor: 1) het voertuig en de aansturing, 2) de logistiek en de mensen, 3) organisatie en verantwoordelijkheden, en 4) wet -en regelgeving.

Voor elk van deze ‘bouwblokken’ voor CAT-implementatie worden verschillende alternatieven opgenomen in het model. Zo kan het type autonoom voertuig er één met of zonder cabine zijn, met enkel remote monitoring of ook met remote aansturing. Er wordt ook gekeken naar de rol van de mensen rond het CAT-proces: van wie is de autonome truck, en bij wie komen de kosten en de voordelen terecht? Er verschuift ook iets in het takenpakket van de chauffeur. Diens taken bestaan overigens niet alleen uit rijden: ze zijn ook belast met taken als trailers koppelen, het indienen van vrachtbrieven en ladingen controleren. Ook díe logistieke processen moeten dus worden gestandaardiseerd en gedigitaliseerd, voordat CAT ingezet kan worden.

Opportunities 

In het CAT4Yards-model dat TNO ontwikkelt kunnen logistieke bedrijven hun eigen variabelen invullen om inzicht te krijgen in wat CAT wel of niet voor hen kan betekenen. Maar door het model herhaaldelijk voor verschillende situaties in te vullen, komt er ook meer inzicht voor de sector als geheel: Wat moet eerst nog goed geregeld worden, voordat CAT een realistische optie is in de logistiek en op overslagplaatsen? Daarnaast kunnen de onderzoekers met dit model ook verschillende scenario’s maken voor CAT-inzet in de toekomst.

Impact 

Met de inzichten uit CAT4Yards kunnen alle betrokken ketenpartijen op korte termijn goed onderbouwde keuzes maken voor hun vervolgstappen in autonoom transport. Of het nou om benodigde wetgeving gaat, om technologische oplossingen in de voertuigen of scholing aan chauffeurs: met inzicht in wat nodig is, draagt dit onderzoek bij aan efficiënt, duurzaam en toekomstbestendig transport.

Challenges 

Toch is het in kaart brengen van de verschillende alternatieven en relevante randvoorwaarden voor implementatie van CAT wel uitdagend. Want kunnen we wel precies voorspellen welke technologie in de toekomst beschikbaar zal zijn? Daarnaast is het lastig precieze cijfers voor de praktijk te koppelen aan inschattingen die we op voorhand doen over de impact van verschillende maatregelen.

Een andere uitdaging is het inpassen van de eerste stappen van het werken met CAT in de alledaagse praktijk. Eén van de zaken waar het onderzoeksteam op stuitte was bijvoorbeeld dat veel overslagplaatsen stukjes openbare weg bij hun terrein hebben. Daar moeten de autonome voertuigen overheen, maar wetgeving is hier nog niet voor. Er is behoefte aan duidelijkheid en perspectief in het proces, ook als het gaat om typegoedkeuring voor de voertuigen.

Partners 

Projectcoördinator: TNO, kennispartners: Hogeschool Zeeland, HAN Hogeschool en Hogeschool Rotterdam, use cases: Logistieke partijen Elopak, Verbrugge en DPD en voertuigfabrikant Terberg. Verder waren betrokken: DHL, Provincie Noord-Brabant, Provincie Zuid-Holland, Havenbedrijf Rotterdam, North Sea Port, SmartPort, SPS InnoQon B.V., Veiligheidsregio Zeeland, International Transport & Logistics Attorneys Netherlands.

Looptijd

Juli 2024 – februari 2026

Dit project is onderdeel van de roadmap Smart Logistics. Neem voor meer informatie contact met ons op.

Download visuals